Wij zoeken nieuwe collega’s. bekijk hier alle vacatures

12 december 2024

Box 3: ongerealiseerde vermogenswinsten tellen mee bij werkelijk rendement

Moeten ongerealiseerde vermogenswinsten of -verliezen worden meegenomen bij de bepaling van het werkelijke rendement in box 3? Deze rechtsvraag stond centraal in een arrest van de Hoge Raad van 29 november 2024. In deze zaak stelde een belastingplichtige dat alleen gerealiseerde rendementen zouden moeten meetellen bij de bepaling van het werkelijke rendement in box 3. Het gerechtshof Den Haag heeft deze stelling gevolgd, maar de staatssecretaris ging hiertegen in cassatie. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd. Dit arrest geeft belangrijke richting aan de berekening van het werkelijke rendement in box 3.

Standpunt van de belanghebbende 

De belanghebbende heeft aangifte gedaan van een box 3-inkomen van € 51.515. De aanslag is aanvankelijk opgelegd overeenkomstig de ingediende aangifte. Met toepassing van de Wet rechtsherstel box 3 heeft de Belastingdienst de aanslag verminderd naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 35.153. Volgens de belanghebbende was dit bedrag nog steeds te hoog, omdat het werkelijk behaalde rendement lager was. De belanghebbende voerde aan dat ongerealiseerde vermogenswinsten en -verliezen buiten beschouwing moeten blijven bij het bepalen van het werkelijke rendement.

Standpunt van de staatssecretaris

De staatssecretaris stelde zich op het standpunt dat ongerealiseerde vermogenswinsten en -verliezen wel degelijk meetellen bij het bepalen van het werkelijke rendement. Volgens de staatssecretaris past dit binnen het systeem van box 3. Daarnaast sloot zijn standpunt aan bij eerdere jurisprudentie. De vermindering naar € 35.153 op basis van de Wet rechtsherstel box 3 was daarom correct, aldus de staatssecretaris. 

Oordeel van de rechtbank 

De rechtbank handhaafde de aanslag zoals deze was verminderd op basis van de Wet rechtsherstel box 3. De rechtbank volgde daarmee het standpunt van de inspecteur dat ongerealiseerde vermogenswinsten en -verliezen meetellen bij het bepalen van het werkelijk rendement.

Oordeel van het hof 

Het hof oordeelde dat ongerealiseerde vermogenswinsten en -verliezen niet meetellen bij het bepalen van het werkelijke rendement. Volgens het hof past dit niet binnen de term "werkelijk behaald rendement", zoals gebruikt in eerdere arresten van de Hoge Raad. Het hof oordeelde dat de heffing op basis van de Wet rechtsherstel box 3 daarom buitenproportioneel is en concludeerde dat in strijd was gehandeld met artikel 1 EP in samenhang met artikel 14 EVRM. Het hof heeft het belastbare inkomen uit sparen en beleggen verminderd tot € 16.900.

Oordeel van de Hoge Raad 

De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd. Verwijzend naar zijn arrest van 6 juni 2024 oordeelt de Hoge Raad dat ongerealiseerde vermogenswinsten en -verliezen wel degelijk meetellen bij het bepalen van het werkelijke rendement. Op de belanghebbende rust de bewijslast voor het werkelijke rendement. De belanghebbende heeft niet aangetoond wat de waardeontwikkeling van haar beleggingen in box 3 in 2018 was. Daardoor is niet bewezen dat het werkelijke rendement lager was dan het voordeel waarvan de inspecteur is uitgegaan op basis van de Herstelwet. De Hoge Raad bevestigt daarom de uitspraak van de rechtbank.

Tip 

Het arrest van de Hoge Raad heeft belangrijke gevolgen voor uw box 3-positie. Door dit arrest is nogmaals duidelijk gemaakt dat niet alleen de daadwerkelijk ontvangen rendementen (zoals rente en dividend), maar ook de waardestijgingen én waardedalingen van uw vermogensbestanddelen meetellen voor het werkelijke rendement. Dit geldt ook wanneer u deze winst of dit verlies nog niet hebt gerealiseerd. Als u wilt aantonen dat uw werkelijk rendement lager is dan het forfaitaire rendement, moet u al deze waardeveranderingen kunnen onderbouwen.
Controleer daarom:

  • of u alle waardeveranderingen van uw vermogensbestanddelen in box 3 goed heeft gedocumenteerd;
  • of u voor al uw beleggingen de begin- en eindstanden van het jaar kunt aantonen;
  • of u voldoende bewijs heeft om eventuele waardedalingen te onderbouwen.

Twijfelt u over de gevolgen van dit arrest voor uw specifieke situatie? Neem dan contact met ons op. Wij analyseren graag of u in aanmerking komt voor vermindering van uw box 3-heffing en zorgen voor een gedegen onderbouwing van uw werkelijke rendement.

Relevante artikelen

Jeugdzorginstelling brengt privéfeest en familiereis in aftrek

Een bv die een jeugdzorginstelling drijft, brengt jarenlang forse bedragen in aftrek voor verbouwingen, een buitenlandse reis en een personeelsfeest. De inspecteur corrigeert de kosten na een anonieme tip en legt vergrijpboetes op. Volgens de

Lees hier meer

Crediteurenakkoord met finale kwijting leidt tot naheffing btw

Een bv in financiële nood sluit een akkoord met haar crediteuren. Zij betaalt 20% van de openstaande facturen en krijgt daarvoor finale kwijting. De inspecteur legt een naheffingsaanslag btw op van ruim € 108.000. Volgens hem moet de eerder

Lees hier meer

Overgangstermijn youngtimerregeling voor auto’s die dit jaar 15 zijn geworden

Voor auto's die in 2025 15 jaar oud worden, geldt de huidige ‘youngtimerregeling’. Dit betekent dat de bijtelling wordt berekend op basis van 35% van de waarde in het economische verkeer van de auto. Dit blijft ongewijzigd voor 2025. Vanaf 2026

Lees hier meer

Pakket Belastingplan 2026 aangenomen

De Eerste Kamer heeft het pakket Belastingplan 2026 aangenomen. Ook zijn vijf moties aangenomen. Tijdens het debat is veel gesproken over amendementen die de Tweede Kamer heeft aangenomen en die de belastingplannen hebben veranderd. De meningen over

Lees hier meer

Wel of geen btw bij kortstondig verhuren voor verkoop?

Bij overdracht van een onderneming of een zelfstandig deel daarvan hoeft geen btw te worden berekend. Steeds meer projectontwikkelaars verhuren daarom nieuwbouw kort voor verkoop en stellen dat zij een onderneming overdragen. Maar geldt dit ook als

Lees hier meer

Rente op terugbetaalde gouden handdruk aftrekbaar

Een werknemer moet na jarenlange procedures zijn gouden handdruk van € 750.000 terugbetalen, plus € 202.000 wettelijke rente. De Belastingdienst weigert de aftrek van die rente. Het hof oordeelt dat de rente wél aftrekbaar is als negatief loon. Van

Lees hier meer