Wij zoeken nieuwe collega’s. bekijk hier alle vacatures

20 februari 2025

Verder uitstel bedrag ineens

Bij de Eerste Kamer is het wetsvoorstel Wet herziening bedrag ineens in behandeling. De minister van SZW heeft de nota naar aanleiding van het verslag naar de Kamer gestuurd. In de nota gaat de minister in op vragen en opmerkingen van de verschillende fracties in de Eerste Kamer.

Op grond van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen hebben deelnemers in een pensioenregeling de keuze om hetzij op de pensioeningangsdatum hetzij in februari van het jaar na het jaar waarin zij de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, een deel van het pensioenkapitaal ineens te laten uitkeren. Het wetsvoorstel beperkt de doelgroep, die de betaling van het bedrag ineens kan uitstellen tot deelnemers, van wie de pensioeningangsdatum ligt in de maand waarin zij de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken of op de eerste dag van de daaropvolgende maand. Deze beperking vermindert de complexiteit en de uitvoeringskosten.

Verder wordt op grond van dit wetsvoorstel bij een keuze voor uitgestelde betaling van het bedrag ineens de periodieke uitkering van ouderdomspensioen op de pensioeningangsdatum verlaagd naar 90%. Op het uitgestelde betalingsmoment is dan geen herberekening van de pensioenaanspraken nodig. Dat verkleint de complexiteit voor uitvoerders.

Het uitgestelde betalingsmoment is in overleg met pensioenuitvoerders aangepast van februari naar januari van het jaar volgend op het jaar waarin de gepensioneerde AOW-gerechtigd wordt.

De regering erkent dat de keuze voor een bedrag ineens financiële gevolgen kan hebben, zowel positief als negatief, en dat het belangrijk is dat deelnemers goed geïnformeerd en begeleid worden bij het maken van deze keuze. Er wordt gewerkt aan een tool die deelnemers kan helpen de gevolgen van hun keuze beter te begrijpen. Daarnaast is er aandacht voor de gevolgen van een bedrag ineens voor inkomensafhankelijke regelingen zoals huurtoeslag en zorgtoeslag. De regering geeft aan dat pensioenuitvoerders wettelijk verplicht zijn om deelnemers te informeren over de mogelijke gevolgen van hun keuzes en hen te begeleiden bij het maken van een weloverwogen keuze.

De beoogde datum van inwerkingtreding van 1 juli 2025 gaat niet gehaald worden. Pensioenuitvoerders hebben tijd nodig om de keuzemogelijkheid te implementeren. Deelnemers moeten tijdig worden geïnformeerd over de keuzemogelijkheid voor zij met pensioen gaan. De regering onderzoekt of uitstel wenselijk is en zo ja, naar welke datum. Uitstel naar 1 juli 2026 lijkt realistisch.

Relevante artikelen

Loon op loonlijst is belast, ook zonder uitbetaling

Een vader helpt zijn zoon met de opstart van diens bv. Hij staat op de loonlijst en de bv houdt loonheffing in. Echter, de vader ontvangt geen geld. De vader ontvangt alleen AOW en een klein pensioen. In zijn aangifte probeert de vader het loon weg

Lees hier meer

Schenkbelasting terug na terugstorten tweede jubeltonschenking

Een zoon ontvangt in 2014 en 2018 twee schenkingen van zijn ouders voor zijn eigen woning. Beide partijen denken dat de tweede schenking ook belastingvrij is. De inspecteur legt echter een aanslag schenkbelasting op, omdat de vrijstelling maar

Lees hier meer

Inschrijving brp alleen is onvoldoende voor medebewonerschap huurtoeslag

Rechtbank Noord-Holland heeft onlangs geoordeeld dat er een onbalans is tussen de letter van de wet en het doel ervan. Volgens de wet is het recht op huurtoeslag en de hoogte daarvan afhankelijk van de draagkracht van de huurder, diens partner en de

Lees hier meer

Schoenherstelbedrijf verliest rechtszaak over gestolen kasomzet

Wie beweert dat geld gestolen is, moet dat kunnen aantonen. Een verhaal alleen is simpelweg niet genoeg. Een schoenherstelbedrijf uit Noord-Holland komt hier bij de rechtbank achter. De rechtbank gelooft niet in het verhaal over diefstal van €

Lees hier meer

Geen voorziening voor toekomstige bedrijfsvoortzetting

Een varkenshouder vormt voorzieningen voor luchtwassers en asbestsanering. De inspecteur vordert na. Het hof oordeelt dat de voorzieningen terecht zijn gecorrigeerd. Voor investeringen ten behoeve van toekomstige bedrijfsvoortzetting kan geen

Lees hier meer

Gouden munten geen contant geld

Contant geld valt in box 3 sinds 2023 onder het lage rendementspercentage voor banktegoeden. De Kennisgroep 'inkomstenbelasting niet-winst' is van mening dat ter belegging gehouden gouden munten niet kwalificeren als contant geld. Deze gouden munten

Lees hier meer